Jezelf zijn: ‘Ik vind mezelf maar raar’.

Jezelf zijn: ‘Ik vind mezelf maar raar’.

 “Ik vind mezelf raar” “Ik vind mezelf raar, een buitenbeentje. Ik denk altijd anders dan anderen en hoor er niet bij. Help me. Wat moet ik doen?”            Best een heftige moment voor haar tijdens ons tweede gesprek. Anders zijn: Dat anders zijn herken ik maar al...